De spiegelcel

Een grote spiegel kun je niet zomaar ergens op leggen. Als je hem, net als bijvoorbeeld een spiegel van 20 cm doorsnee, gewoon op een stuk multiplex of metaal bevestigd, zal het beeld deformeren onder invloed van vormverandering van dat materiaal door temperatuursinvloed. Daarom is een speciaal soort "cel" nodig, waarvan alle punten waarop de spiegel rust ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Daardoor blijft de druk onder tegen de spiegel altijd hetzelfde, ook als het materiaal door temperatuursinvloeden iets deformeert. Een "floating cell" heet zoiets. Traditioneel bestaan dit soort cellen uit drie draagpunten of een veelvoud daarvan, naargelang de grootte (en dus ook het gewicht) van de spiegel. Hiernaast staat een foto. Klik hier voor meer foto's.
Vroeger dacht men dat drie steunpunten of een veelvoud daarvan beslist noodzakelijk was. Tegenwoordig bestaan er echter ook cellen die zeer goed zijn en bijvoorbeeld 4, 6, 7, 8 of 12 draagpunten kennen. En er is een goed computerprogramma waarmee je de deformatie kunt berekenen die elke cel die je zou willen gebruiken geeft. Dat programma heet PLOP (Plate Optimizer). Een 20 inch spiegel kan, zo leerden mijn berekeningen, heel goed op een 12-punts cell. Toch heb ik gekozen voor een traditionele 18 punts, omdat de bouw daarvan zo mooi in het boek van Kriege en Berry beschreven staat. Een ander voordeel is dat ik dan een wat grotere foutenmarge heb: het steekt dan niet op een paar millimeter. De deformatie die zo'n cell oplevert bedraagt, aldus PLOP, ongeveer 1/580 lambda RMS. Uitgaande van 1/128 als zijnde nog acceptabel, is dit dus een zeer goede keuze. Hierboven staat een foto van de spiegelcel. De uitstekende boutjes bovenop de driehoeken moeten natuurlijk nog worden afgezaagd. De drie platte staven en de zes driehoeken kunnen royaal om hun bevestigingspunt bewegen. De spiegel kan op verschillende manieren op de cel worden bevestigd. Traditioneel wordt hij los op de cel gelegd, met verhoogde steunpunten op de (in dit geval 18) hoeken. Als materiaal voor de cel, die uit drie staven en zes driehoeken (met elk 3 draagpunten) bestaat, gebruikte ik roestvrij staal. Ook het rekje ("tailgate") waarop de cel is bevestigd is van roestvrij staal.

De ondersteuning van de rand van de spiegel

Om te voorkomen dat hij er af valt bij een schuine stand, wordt de rand van de spiegel vaak ondersteund met een "sling": een steunband, meestal gemaakt van een veiligheidsgordel. Ook kan hij met siliconenkit op de cel worden gelijmd. Nadeel van een sling is, dat de spiegel bij gebruik van een equatoriaal platvorm, bij een schuine stand van de telescoop, zijwaarts schuift, hetgeen de collimatie om zeep helpt. Om dat te voorkomen heb ik een dubbele sling gemaakt van fietsremkabels. Vanwege het feit dat ik soms enig astigmatisme waarnam, heb ik later zogenaamde "piano wire supports" gemaakt. Dat zijn steunen van stukjes dun verenstaal. Astigmatisme heb ik nooit meer gezien. Het idee heb ik van Frederic Gea. Een link naar het artikel op zijn homepage staat op mijn linkspagina. Ook staat er een link naar een artikel van Nils Olof Carlin over 'edge supports'. Uit zijn onderzoek blijkt, dat 'piano wire supports' iets minder gevoelig zijn voor niet geheel accurate plaatsing dan een sling. Op deze pagina staat beschreven hoe ik deze 'piano wire' steunen heb gemaakt. Hier staat een foto van een van de steunen in mijn 20 incher. Ik ben zeer tevreden met deze methode van 'edge support' en heb ze nu ook in mijn 30 cm Dobson gemonteerd.

Go to: hoofdmenu

Go to: 50 cm telescoop Go to: truss constructie Go to: vangspiegelhouder en spider Go to: piano wire supports
Go to: rollager edge supports Go to: computeriseren Go to: Home

Email: Jan van Gastel